Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar vervallende op [68]een plaats, die de zee aan beide zijden had, zetten zij het schip daarop; en het voorschip, vastzittende, bleef onbewegelijk, maar het achterschip brak van het geweld [69]der baren. 68. Dat is, een uitstekende oever of punt, die nochtans vooraan onder water lag, waar zij het schip op stuurden. 69. Namelijk die tegen het achterschip geweldig aansloegen.